Toets geschiedenis

Donderdag 19 oktober is de toets van geschiedenis thema 1.
Hiervoor hebben jullie een leerblad en het krantenblad meegekregen.
Hierop staan een samenvattingen van de lessen die we hebben gedaan.
Belangrijke woorden staan onderstreept, zorg dat je deze goed kent!


Begin op tijd! Doe iedere dag een beetje. Zo is het niet te veel in één keer.
Bedenk wanneer je wat gaat leren, maak een planning.
Voorbeeld van een planning:
donderdag:   les 1 leren (van leerblad en krantenblad)
vrijdag:        les 2 leren (van leerblad en krantenblad)
zaterdag:      les 3 leren (van leerblad en krantenblad)
zondag:        les 4 en les 5 leren (van leerblad en krantenblad)
maandag:     les 1 + les 2 leren (van leerblad en krantenblad)
dinsdag:       les 3 + les 4 + les 5 leren (van leerblad en krantenblad)
woensdag:   alles nog een keertje

Leren doe je door meerdere keren goed te lezen, jezelf te laten overhoren of op te schrijven wat je hebt geleerd (samenvatting maken). Wie schrijft onthoudt meer dan wie alleen leest.

Heel veel succes!

Huiswerk

Voor vrijdag 20 oktober.

Groep 5:
Blaadje met klokken, voor en achterkant.

Pluskinderen groep 5: 
Volgende 4 bladzijden boekje taal.

Groep 6
Kopie verleden tijd

Spelling

Thema 2 is inmiddels begonnen.

De kinderen van de wingroep krijgen morgen al de blaadjes mee om al te beginnen met leren.
De anderen moeten wachten tot 1 week voor het eerste dictee.
Op het blad met spellingwoorden staan veel woordjes, deze worden op het dictee niet allemaal gevraagd. Dit blad kan gebruikt worden om thuis al eens de woorden te oefenen/overhoren.

Via www.bloon.nl kan er al geoefend worden door iedereen!

Het eerste dictee van thema 2 voor groep 5 is op maandag 30 oktober, voor groep 6 op dinsdag 31 oktober.
Het tweede dictee voor groep 5 is op maandag 6 november, voor groep 6 op dinsdag 7 november.

Toets verkeer

Woensdag 11 oktober is de eerste toets van verkeer.
Deze toets gaat over "Op Voeten en Fietsen 1"

Het boekje heb je mee naar huis gekregen.
Zorg dat je de afspraken kent die staan in de paarse kaders van "Zo zit dat..."
- Zo zit dat... meerijden in de auto
- Zo zit dat... met openbaar vervoer
- Zo zit dat... afspraken voor reizen met openbaar vervoer
- Zo zit dat... reizen met de bus of tram
- Zo zit dat... reizen met de trein of metro

Hier zijn ze allemaal. (klik om te vergroten)
Maar ze staan ook in jullie boekje